Buurschappen

Als in een buurtschap een kerk werd gebouwd, dan ontwikkelde zich een dorp. De meeste dorpen bestonden al omstreeks 800. De kerk van Ede wordt vermeld in 1200 Zij behoorde toe met de "tienden" (een belasting) toe aan het Kapittel van de st. Janskerk te Utrecht. Zeer waarschijnlijk gaat haar oorsprong terug tot de tijden van de eerste Evangeliepredikers uit de achtste eeuw. De buurtschappen van Ede zijn dus nog ouder.

Het Hof
In de middeleeuwen werd in de Hof (woning) van de Landheer de administratie gevoerd. Hier werd ook met de bijbehorende mensen vergaderd en gehandeld over hun rechten en plichten. Ook werden hier de belastingen betaald. Diverse kleinere hoven of "villas" ontwikkelden zich tot buurten. Van de buurten Doesburg, Laar, Harskamp, Deelen, Dolre, Bennekom is de aanwezigheid van een Hof zeker. Deze buurten verkregen vaak grond door deze van de heer te kopen tegen een vaste belasting (tijns). Zo verkocht Graaf Reinoud II rond 1335 uit geldgebrek vele van de uitgestrekte gronden op de Veluwe aan de boeren in de buurten Ede-veldhuizen, Maanen, Lunteren, Otterlo en Harskamp. In Ede- Veldhuizen is overigens geen spoor van een Hof gevonden. Deze buurt was namelijk een mark uit de Saksische tijd en dus van veel oudere datum. Terwijl de boeren uit andere buurten gronden in cijns kregen, heeft Ede-Veldhuizen de meeste gronden reeds "van olds". Deze buurt heeft daarmee een eerbiedwaardige ouderdom en gaat ongetwijfeld "in beginsel" de duizend jaren verre te boven.

Buurspraak
In een buurt vond er jaarlijks een zogenaamde buurspraak plaats. Op deze buurspraak werden de voor dorp en buurt nodige werkzaamheden besproken, ook verordeningen tegen misbruiken werden vastgesteld. Het gebruik van de gezamenlijke gronden, het afgraven van zand en grind, het onderhouden en schoonhouden van de buurtwegen, het onderhoud van de wildwal, de voorziening van de waterafvoer waren onderwerpen die tijdens de buurspraak aan de orde konen komen. De buurspraak was de wetgevende macht van de buurt, zorgde voor algemene belangen en de gemeenschappelijke eigendommen. De eigenaars, de boeren, legden boeten op aan wie hun besluiten overtrad en inden deze. Ze hadden het recht het verschuldigde bij executie binnen te halen. Alleen behandelden ze geen misdaden, die werden door de Graaf, later Hertog van Gelre (hertog sinds 1339) en diens bestuur berecht. Zo had de buurschap eigen bestuur, eigen wetten, eigen rechten en eigen inkomsten. Lange tijd werden de voorstellen slechts met eenparigheid van stemmen aangenomen. Eerst in 1804 begin men In Ede-Veldhuizen besluiten te nemen met meerderheid van stemmen. Alleen bij aanvragen om iets van de buurt te kopen bleef de eenparigheid geleden. Oorspronkelijk kwamen ter buurspraak niet alleen de geerfden, maar ook de belanghebbende inwoners, de naburen. Zij namen deel aan de besprekingen en de stemmingen. De buurspraak was immers een volksvergadering. In 1846 mochten alleen zij aan de stemmingen deelnemen die in het bezit waren van land, dat in 1832 (bij de invoering van het kadaster) belastbaar was gemaakt. Wie dus alleen land bezat dat na 1832 was aangemaakt, viel er buiten. De verordeningen en besluiten van de buurt worden vastgelegd in een "buurtboek". Het eerste buurboek van de buurt Ede-Veldhuizen dateert uit 1596. Of er nog oudere buurboeken zijn geweest is onbekend.