Een halve eeuw geleden was de Kraatsweg de uiterste grens van Ede. De Veldhuizerschool (A) was het meest in het oog springende gebouw in de wijde omgeving. Op de luchtfoto uit 1958 is duidelijk op te maken dat de "enclave" Veldhuizen uit nog geen 100 gebouwen bestond. (B).is de boerderij "het Hogeland" van Rotert Melissen (C). is de "snelweg": naar de weidegronden van diverse boeren en akkerbouwers, die begon tegenover de school en door liep tot bij de Horsterweg. (D) is de kampeerboerderij van boer Marinus Speelziek, waar veel verenigingen hun zomerkampen hielden o.a. de padvinderij. In de oorlog waren de boerderijen en de school veelal bezocht en bezet door de Duitsers en na de oorlog ook door onze bevrijders, de Engelsen en de Canadezen. Op het erf bij de familie Speelziek stonden tonnen munitie o.a. landmijnen en granaten van wel 50 cm lang voor de kanonnen die in de boomgaard stonden in de richting van toen nog niet bevrijd Veenendaal en Renswoude. De eerste bevrijders kwamen vanaf Lunteren via Kalverkamp (G) de Kraatsweg op. De Duitsers zaten toen nog aan de Slunterweg. Het was het mooiste moment uit mijn herinnering na 5 jaar van spanning en onzekerheid. De bakkerij van Wim van de Wetering (E) was een heerlijke pleisterplaats, waar je de laatste nieuwtjes hoorde en waar wat te snoepen viel. Voor de school (A) langs liep toen nog een sloot waarin de Duitsers hun mitrailleurs (wapens) hadden opgesteld om de school te beveiligen. Verzetsstrijders die ze te pakken hadden genomen werden en verhoord en soms gemarteld voor ze "behandeld" werden in "de Wormshoef" te Lunteren. Dat gebeurde in de kelder van het hotel. Daar in Lunteren was het echt bar en boos wat ze met gevangen genomen verzetsstrijders uithaalden. In het boek "kroniek van Ee in de bezettingstijd" staat het uitvoerig beschreven. De Boerderij van Jan Teunissen (F) stond langs de Rijksweg, nu N224. De grote eikenboom die er nu nog staat stond achter op het erf. Onder deze boom stond zijn slijpsteen, om "de zicht" de "kiep" en bijl en messen te slijpen om het koren te maaien en als slachtgereedschap te gebruiken. Na de bevrijding kabbelde het leven op de boerderij voort met zaaien, maaien, knollen plukken en bieten enz. Speelruimte had iedereen voldoende. Er werden boomhutten gemaakt en op ondergelopen weilanden geschaatst. In de jaren vijftig kreeg de gemeente belangstelling voor de grond tussen Ede en Veenendaal. Onderhandelingen vonden plaats met vooral de boeren die er hun grond hadden. Het ging moeizaam omdat ze er natuurlijk zo goedkoop mogelijk aan wilden komen. Er werd toen voorgesteld om alle boeren te verkassen naar Angerlo. Dit hield echter in dat men daar moest gaan boeren op kleigrond. Na bezichtiging en nadere pressie van de gemeente werd besloten om er niet op in te gaan. Van zand naar klei is heel moeilijk. Het had beter andersom kunnen zijn. Uiteindelijk kreeg men te horen dat de grondprijs Hfl 2,50 per vierkante meter werd. Je kon er mee akkoord gaan of de boel werd onteigend. Er bleef niets over dan te tekenen Daar de meeste boeren al aardig op leeftijd waren zijn ze bijna allemaal gestopt met werken op "Veldhuizen". Het verging Bakker van de Wetering (E) en kolenboer Meurs ( idem-dito. Rond 1960 werd in de weilanden al begonnen met het bouwrijp maken van de grond en spoedig daarna werden de eerste boerderijen gesloopt en de singels en vijvers uitgegraven. Aan de Sterkenburg en Ravenburg verschenen de eerste woningen. De rest volgde in een rap tempo. Tenslotte kreeg de omgeving Witte de Withstraat vorm, totdat er van het vroegere gezicht van Veldhuizen nog maar weinig overbleef. 1965 Gezicht op de Kraatsweg vanaf de hoogspanningsmast (I) Ik hoop u hiermee een kijkje in het verleden te hebben gegeven en wens u een fijne tijd voor de toekomst toe. Arie Melissen.
- Login om te reageren