De gemeente Ede is, momenteel bezig met de actualisering van de welstandsnota. Met het actualiseren van de nota willen de gemeente de regels rondom de welstand verminderen en wil een eenvoudiger en duidelijker beleid per gebied. Er zijn nog maar drie welstandsniveau’s: ‘soepel’, ‘een bijzonder kwaliteitsniveau’ en 'welstandsvrij'. Een conceptvoorstel is hier te vinden. Mede ingegeven door minder positieve ervaringen met het welstandstoezicht maakte het buurtcomite Zeeheldenbuurt de onderstaande reactie. Doel van de welstandsnota In de inleiding van de welstandsnota wordt gezegd dat de Welstandsnota en -toets zijn geen doel op zich zijn, maar dat ze komen voort uit de gedachte dat de gebouwde omgeving het nodige respect en de zorg verdient bij veranderingen. De nota geeft aan dat welstandstoezicht voortkomt uit de zorgen van particuliere huisbezitters over over “de ontsiering van de gebouwde omgeving en de daarmee samenhangende waardevermindering van hun pand”. De inleiding geeft tevens aan dat de opzet van deze nota er op gericht is dat mensen die een bouwaanvraag indienen hun eigen verantwoordelijkheid nemen voor de omgeving waarin ze bouwen, in de stad en de buurt waar zij wonen. De nota streeft naar het vereenvoudigen van de toetsing waarbij de kern blijft echter dat er ruimte moet zijn voor dialoog, creativiteit en nieuwe interpretaties in de geest van de in deze nota beschreven kenmerken en criteria. Wat is het eigenlijke doel van de nota en hoe wordt gekeken of dit wordt bereikt? De doelformulering en de beweegredenen van deze welstandsnota worden niet helder in de inleiding niet helder geformuleerd. Waar gaat het om: gaat het vooral om het opnieuw inrichten van het proces, het verduidelijken van de criteria, het vergroten van het verantwoordelijkheidsgevoel van bewoners en bouwers? wat ging er in het verleden mis, minder goed, of met teveel inspanning en kosten dat nu verbeterd moet worden? In welke zin heeft de welstandstoetsing in het verleden daadwerkelijk wat opgeleverd? hoe en op welke criteria wordt in de toekomst beoordeeld of de nieuwe welstandsnota effectief blijk te zijn. hoe worden de niet-beoogde effecten van toetsing van welstand in kaart gebracht en beoordeeld (bijv. de tijd, frustratie, kapitaalvernietiging en eventueel verminderd leefgenot als gevolg van niet goedgekeurde of gedwongen aangepaste bouwwerken? Deze vragen zijn belangrijk om ook in de toekomst over de manier van welstandstoetsing te kunnen spreken Voor wie is de nota bedoeld? Ondanks dat de nota streeft naar vereenvoudiging van de toetsing, lijkt dit doel niet daadwerkelijk nagestreefd. De nota is dik onoverzichtelijk opgebouwd. Een gebruiker die snel wil weten welke welstandscriteria gelden voor zijn of haar bouwwerk wordt blijkbaar geacht de hele nota door te lezen. De nota is daarbij blijkbaar geschreven voor professionals en niet voor bewoners van de gemeente. Een voorbeeld is de beschrijving van het eerste algemene criterium “(dat) de verschijningsvorm een relatie heeft met het gebruik ervan en de wijze waarop het gemaakt is, terwijl de vormgeving daarnaast ook zijn eigen samenhang en logica heeft (relatie tussen vorm, gebruik en constructie).” Dit soort formuleringen lijken meer op een architectenopleiding thuis te horen dan in een nota die mede bedoeld is voor een dialoog om bewoners te stimuleren om een eigen verantwoordelijkheid te nemen voor de bebouwde omgeving. Door professionals kunnen dit soort criteria eenvoudig op allerlei manieren worden uitgelegd, daarbij bewoners met lege handen achterlatend. De gemeente Ede maakt onderscheid in drie welstandsniveaus: vrij, soepel, bijzonder. In gebieden waar een bijzonder welstandsniveau geldt, vraagt het college voor alle vergunningplichtige bouwwerken een onafhankelijk advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit; in gebieden met een soepel welstandsniveau volstaat een ambtelijk toets. In gebieden die welstandsvrij zijn wordt niet getoetst of geadviseerd. De nota geeft echter aan dat er op dit moment nauwelijks welstandsvrije gebieden zijn. Verder wordt in de nota gerept over het bestemmingsplan, het beeldkwaliteitsplan, cultuurhistorische waardekaart, Leidraad Mooi, APV en omgevingsvergunning, bij elkaar nog steeds een warboel van beleid en regels, waar het goedwillende burgers nauwelijks door de bomen het bos zien. Het zou beter zijn om het beleid ten aanzien van de gebouwde omgeving samen te vatten in maximaal 2 pagina's waarin de essentiële elementen van werkwijze en criteria zijn opgenomen. Daarnaast per wijk een concreet overzicht van wat en wat niet is toegestaan op basis van de beeldelementen. Zijn eenduidige welstandscriteria eigenlijk wel mogelijk? De in de nota gegeven criteria zijn niet eenduidig en poly-interpretabel. Dit geld voor de algemene criteria, maar ook voor de specifieke gebiedscrieria. Een criterium als “het gebouw moet aansluiten bij de beeldkenmerken van de omgeving” biedt alle ruimte voor persoonlijke opvattingen en willekeur. Zelfs bij een neutrale en uit goed willende c.q. professioneel onderlegde leden bestaande toetsingscommissie. Daarbij is het onduidelijk hoe een toetsingscommissie het algemene belang van Welstand moet afwegen tegen het persoonlijke belang van de persoonlijke leefomgeving. Het is daarbij de vraag of dit soort criteria wel daadwerkelijk een doel dient. Kijkend naar de vele plekken in Ede waarbij ondanks de welstandscommissie de bebouwde omgeving verrommeld is lijkt, rijst de vraag of welstand op deze manier eigenlijk wel toetsbaar is. Het is wellicht beter om terug te gaan naar de oorspronkelijke doel, namelijk waardevermindering in de buurten te voorkomen. Als een kwalitatief mooiere woonomgeving direct invloed heeft op de waarde van de gebouwen, zou het waarde-criterium ook als beter toetsbaar uitgangspunt kunnen dienen. Dit betekent dat daar waar geen sprake is van een historisch monument zou de gemeente zeer terughoudend moeten zijn in het sturen op welstand. De belangrijkste eis die aan bouwwerken gesteld zou moeten worden is dat zij geen schade toebrengen aan de waarde van de omgeving. Architecten en opdrachtgevers zouden eenvoudig aansprakelijk moeten kunnen worden gesteld als een bouwwerk schade oplevert aan de leefomgeving van de omwonenden. Dialoog. Het is een goede zaak dat de nota pleit voor dialoog creativiteit en nieuwe interpretaties in de geest van de in deze nota beschreven kenmerken en criteria. Uit de nota blijkt evenwel dat dit vooral om een dialoog tussen bouwers en professionals waarbij de buurt grotendeels buiten spel staat en ieder geval geen actieve rol speel. Het zou beter zijn als de nota concrete handreikingen zou bieden wat er gedaan kan worden om buurtbewoners actief in deze dialoog te betrekken en hoe buurtbewoners individueel maar ook gezamenlijk meer verantwoordelijkheid voor de gebouwde omgeving zouden kunnen nemen met in gedachte de historische, culturele en architectonische waarde van de gebouwen in de buurt. Dat zou juist kunnen leiden tot meer structurele verbanden tussen de gebouwen in een buurt en daarmee ook de identiteit van buurten te versterken. Enkele voorbeelden Hieronder twee voorbeelden uit onze buurt die de beperkingen van de nota en van de toetsing van welstand aangeven. Een bewoner zet een stenen schuur neer zonder de benodigde vergunning. Deze krijgt hij ook achteraf niet omdat de welstandscommissie negatief oordeelt. Hoewel het een mooie schuur is wat ook de buren vinden, moet hij de schuur toch afbreken. Er staat nu een golfplaten afdak met duidelijk een mindere omgevingskwaliteit, inclusief een rommelige inkijk in de vele voorwerpen die deze bewoners onder het afdak heeft staan. Een andere bewoner bouwt een muur als afscherming tegen het geluid en overlast (ballen inde tuin, inkijk, zelfs een steen door het raam) van de vele jongeren die overdag maar ook soms 's nachts van het tegenovergelegen speelveld gebruik maken. Er is geen vergunning aangevraagd en die wordt ook niet verkregen vanwege het advies van de commissie omdat deze het aantasting vinden van het “open en transparante karakter” van de omgeving. De muur moet worden afgebroken, ondanks het feit dat ook de omwonenden het een mooie muur vinden en de beweegredenen om de muur te plaatsen Deze voorbeelden geven een aantal dingen aan: Namens Buurtcomite Zeeheldenbuurt Bert Alkemade Tel 06-46054516
- Login om te reageren