Historisch Museum Ede eist banken terug

Directeur Ben Hilgers van het Historisch Museum Ede vindt dat de gemeente de twee openbare banken, die op 3 augustus volgens hem zonder overleg zijn weggehaald, onmiddellijk terugzet bij de ingang van het museumpand op het Museumplein in het centrum van Ede. Hij is bovendien zeer ontevreden over de manier waarop hij door ambtenaren van de gemeente werd behandeld, toen hij zijn beklag deed over het verwijderen van de banken. “Beneden alle peil. Ik werd van het kastje naar de muur gestuurd. Er werd niet geluisterd naar mijn argumenten en afspraken dat ik zou worden teruggebeld zijn niet nagekomen.” Hilgers heeft over de gang van zaken officieel bezwaar aangetekend bij de gemeente.

De kwestie rond de banken speelt sinds februari van dit jaar. ‘’Toen zijn wij aangesproken door mensen van de gemeente, die zeiden dat de twee banken weg moesten. Omdat de straat anders niet breed genoeg zou zijn om bij calamiteiten politie, brandweer en ambulances door te laten. Ik kwam meteen in het geweer, want het museum heeft belang bij die banken. Ze worden gebruikt door museumbezoekers maar ook passanten, die even rustig op het Museumplein willen zitten, zonder dat ze gedwongen worden een consumptie te bestellen, wat op de terrassen van de horecabedrijven verplicht is. De verantwoordelijke afdeling van de gemeente wist bij navraag van niks, maar ze zouden me van eventuele nieuwe ontwikkelingen op de hoogte houden”.

In juli had Hilgers over de zaak contact met de wijkagent. ‘’Hij vertelde dat op vrijdag- en zaterdagavond voor het museum taxi’s staan ten behoeve van het uitgaande publiek. Mede door die banken zou de ruimte voor de hulpdiensten te krap worden. Weg ermee dus. Wij voelen ons ernstig benadeeld omdat de banken, die zes dagen per week een functie voor ons museum hebben, worden opgeofferd voor de belangen van de horeca op slechts twee avonden in de week. Bovendien horen die taxi’s, volgens mij, niet thuis zo vlak voor het museum. Het Museumplein – de naam zegt het al – is er niet alleen voor de horeca.” Volgens Hilgers zijn van de oorspronkelijk zes openbare banken er inmiddels vier weggehaald of als horecameubilair in gebruik genomen.

De wijkagent stelde, volgens Hilgers, voor met verplaatsbare bankjes te gaan werken. ‘’Maar dat terug- en weer wegzetten, wil ik mijn vrijwilligers niet aan doen”'. Hilgers zelf opperde het idee banken met opklapbare zittingen te gebruiken. ‘’Dat zou worden overwogen. Van weghalen van de bestaande banken was op dat moment geen sprake”. Hilgers was stomverbaasd toen hij op 3 augustus, net terug van vakantie, werklui met schop en al bij de banken zag staan. ‘’Hier gaat iets niet goed, dacht ik. Ik heb ze duidelijk gemaakt dat van slopen geen sprake kon zijn. De werklui gingen voor overleg terug naar de gemeente, maar anderhalf uur later verschenen ze weer, met de mededeling dat de banken toch weg moesten en dat is gebeurd. Ik ben voordat de eerste schop de grond in ging aangeslagen in de telefoon geklommen om uit te leggen dat er iets fout ging, maar de direct verantwoordelijke was niet bereid op basis van mijn uitleg het werk te stoppen. Ik heb geprobeerd de hoofden van de afdelingen toezicht en wijkbeheer van de gemeente te bereiken, maar die kreeg ik niet te spreken. Een andere ambtenaar zegde uren later wel toe dat ze hard hun best zullen doen om met alternatieven te komen. Maar dat is nu de bankjes weg zijn gemakkelijk beloofd en op beloftes kun je nu eenmaal niet zitten. Voor je het weet ben je misschien wel jaren verder. Ik wil mijn oude banken direct terug of een snel goed alternatief.”