Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR)

Kwaliteit in Ede: Schoon, heel en veilig

Bestuur kan met IBOR afgewogen keuze maken.

Met de invoering van IBOR is de gemeente Ede in staat om een relatie te leggen tussen verschillende kwaliteitsniveaus en de bijbehorende kosten. IBOR staat in Ede voor Instrumentarium Beheer Openbare Ruimte. “Daarmee kunnen we vanuit een politieke vraag een afgewogen keuze maken”, aldus wethouder Wilke Dekker.

De Veluwse gemeente met ruim honderdduizend inwoners geeft jaarlijks acht en een half miljoen euro uit aan de uitvoering van het fysieke beheer van de openbare ruimte. In 1999 hadden zowel het bestuur, de organisatie en de Edese Raadscommissie Financiële Beheerszaken behoefte aan meer inzicht in de bestedingen voor beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Er is toen een instrumentarium ontwikkeld dat is gebaseerd op een kwaliteitscatalogus en maatregelentabellen voor het beheer van de openbare ruimte. “Er is gekozen voor het handhaven van het kwaliteitsniveau zoals het er nu bij ligt. Dit kwaliteitsniveau noemen we Ede Standaard, licht Berry Kok toe”. Hij is speciaal belast met de implementatie van IBOR. “Wij hebben IBOR, in eerste instantie, beperkt tot het fysieke beheer van de openbare ruimte in de bebouwde gebieden, de zeven kernen van de gemeente. Het buitengebied beslaat een grote oppervlakte en is vooralsnog buiten beschouwing gelaten. Het is een groeimodel, waar we later meer gebieden en andere facetten, zoals sociaal toezicht, aan kunnen toevoegen.

Implementatie

Alleen het plan implementeren is niet voldoende. Voor Berry is het duidelijk dat hij het project alleen goed kan uitvoeren omdat hij de organisatie goed kent en omdat hij er de tijd en ruimte voor krijgt. Het feit dat hij volledig vrij gemaakt is voor IBOR maakt het hem mogelijk om het instrument in de organisatie te verankeren. Hij functioneert als een spin in het web tussen het bestuur en de verschillende hoofdafdelingen, zoals naar Beheer, Realisatie en Ontwikkeling. “Daar moet het zeker ook een rol gaan spelen”, vindt Kok. “In elke projectgroep van de afdeling Ontwikkeling is een ambassadeur, die nu “beheerbewust ontwerpen” actief meeneemt in de plannen.” Kok ziet dat de effecten van het integrale buurtbeheer nu veel beter zichtbaar worden. “Buurtbeheer kennen we hier sinds 1994. Voor de implementatie van IBOR is het een belangrijk voordeel geweest dat het beheer al integraal werd aangepakt voor wegen, groen en water.” Met de afdeling Realisatie, het eigen ingenieursbureau van de gemeente Ede, onderhoudt Kok zelf contacten over IBOR. Zo ook met de wethouder die goed op de hoogte wil blijven van de voortgang. Elke week vindt overleg plaats met beleidsmedewerkers van de hoofdafdeling. De huidige wethouder is destijds al intensief betrokken geweest bij het initiatief en de ontwikkeling van het instrument. “Hij voelt zich nog steeds nauw verbonden met IBOR”, merkt Berry Kok.

Communicatie

In die communicatie tussen burger, bestuurder en beheerder wordt met het nieuwe instrument de nodige verandering gebracht. “Beheerders zitten nu voorafgaand aan de keuzes ook aan tafel”, geeft wethouder Dekker aan. “Dat is pure winst en het verheldert de discussie”. Wethouder Dekker: “Als burgers bijvoorbeeld de voorkeur geven aan een speelplek die er perfect bijligt, in plaats van een keurig trottoir zonder onkruid, dan kan dat. We hebben nu de instrumenten in handen om keuzes te maken.” Ook voor Berry Kok geldt dat: “We kunnen nu de mening van de bewoners meenemen.” De bewoners kennen Ede Standaard[1], dit ervaren zij al jaren, maar wat willen zij nu meer en/of minder? Dat zijn onderwerpen die na de implementatie in 2003 aan de orde komen. Hoe hij de communicatie met de bewoners gaat organiseren weet hij nog niet precies. Daarover wil hij contact opnemen met zijn collega uit Arnhem die de laatste jaren veel ervaring heeft opgedaan met bewonersparticipatie.

Beide gemeenten hebben actief deelgenomen aan de pilotbijeenkomsten van CROW. Daar heeft Kok kennisgenomen van de CROW Beheerkostenmethodiek. “Met die systematiek kunnen we volgend jaar onze eigen systematiek gaan controleren. Het ziet er naar uit dat het voor ons een goed referentiemodel wordt”, aldus Berry. Tijdens die pilotbijeenkomsten heeft hij veel geleerd over het proces rond beheerkosten bij andere gemeenten, zoals dat ook de bedoeling van CROW als kenniscentrum is: uitwisseling van kennis en ervaring.

Nieuwe wijk

De bestuurder ziet in Ede ook kansen voor het beheer van de openbare ruimte in nieuw te bouwen wijken. “We kunnen vooraf het kwaliteitsniveau voor de wijk kiezen en er ook geld voor vrijmaken. Meten is weten”, verklaart Dekker. Kok licht toe dat het instrumentarium voor de nieuwe wijk Kernhem wel een verbijzondering van het maatregelenpakket vergt. Dat heeft te maken met het ecologische karakter van deze wijk en de bijzondere inrichting, waardoor het onderhoud meer geld kost. Bij de ontwikkeling van de eerste delen van deze wijk kon nog niet vooraf worden gekozen voor het niveau van de inrichting in relatie met de kosten voor het beheer ervan. Bij de volgende plannen zal dat zeker wel gebeuren. De wethouder onderstreept dat nog eens: “Omdat nu per kwaliteitsniveau de kosten vooraf inzichtelijk zijn, kunnen we vanuit de politieke vraag een afgewogen keuze maken.”

Nieuwe werkwijze

De afdeling Beheer gaat vanaf volgend jaar zoveel mogelijk kwaliteitsafspraken vastleggen in onderhoudsbestekken. Dit geldt voor zowel de eigen organisatie als voor externe aannemers.

“Het instrument is daar ideaal voor. De maatregelen die omschreven staan, zijn leidend voor de werkafspraken. Het maakt het aansturen een stuk gemakkelijker”, is de mening van Berry. Op 1 januari start een proef in één van de kernen, Bennekom. “Het blijkt dat er behoefte is aan betere werkafspraken en dat is zeker ook een belangrijke basis voor het succes van het Instrumentarium Beheer Openbare Ruimte”, is de ervaring van de Edese beheerder.

Voor meer informatie:

Berry Kok T 0318 680263



[1] Toelichting Ede Standaard
Het Instrument Beheer Openbare Ruimte in Ede is gebaseerd op de 14 structuurelementen:

centrum, woonwijken, bedrijventerreinen, parken en grote groengebieden, bijzondere locaties zoals, begraafplaatsen en sportcomplexen, gebieden met hoofdfunctie water en hoofdstructuurlijnen zoals, wegen en spoorlijnen. Een standaardkwaliteit met onderscheid naar:

• Schoon; verzorgingsgraad

• Heel; technische staat

• Veilig; fysieke en sociale veiligheid voor alle deelfacetten van de openbare ruimte

* Dit was een uitgave van CROW: Bulletin met praktijkvoorbeelden van beleidskeuzes over kwaliteit van de openbare ruimte, nummer 3, januari 2003.